‘Ijs met de smaak van groene thee, een verslag van een Nederlandse kunstenaar in Japan’ DECORUM, tijdschrift voor kunst en cultuur, no 2. Transit 1999
Dutch text written for this publication on the notion of ‘transit: artists on the move’ 1999

part of this text:

When will the West understand, or try to understand, the East? We Asiatics are often appalled by the curious web of facts and fancies which has been woven concerning us. We are pictured as living on the perfume of the lotus, if not on mice and cockroaches.(…)
Why not amuse yourselves at out expense? Asia returns the compliment. There would be further food for merriment if you were to know all that we have imagined and written about you. All the glamour of perspective is there, all the unconscious homage of wonder, all the silent resentment of the new and undefined.
Kakuzo Okakura, The Book of Tea, 1906

Om te beginnen wil ik u waarschuwen: alle informatie over Japan die volgt is in de grond niet waar. Vanuit het oogpunt van de japanners, maar ook in mijn eigen ogen, want elke conclusie die ik tot nu toe over Japan heb getrokken heb ik moeten relativeren. Ondanks een verhoogd contact maken westerlingen en aziaten nog steeds theoretische ‘composietfoto’s’ van elkaars cultuur, zoals Kakuzo Okakura bijna een eeuw geleden al schreef. Deze visies zijn vereenvoudigingen en dus maar gedeeltelijk waar. Natuurlijk is dat niet alleen ten aanzien van Japan zo. Als ik hier over ‘typisch nederlandse’ karaktereigenschappen praat, blijken die ook voortdurend tegenstrijdig te zijn…

Maar als ik me er toch aan waag dan is het grootste verschil een verschil in mentaliteit, vooral in de omgang met informatie en communicatie.
In mijn pogingen om het leven hier te begrijpen en omschrijven maak ik in veel japanse ogen al meteen de eerste typisch westerse fout: ik analyseer en concludeer. Mijn methode om dat wat ik zie te bevatten en te verwoorden is er een die voortvloeit uit mijn westerse opvoeding: uit details die ik zie en kennis die ik heb gelezen vorm ik steeds een totaalbeeld volgens mijn logica. Voor een japanner is mijn logica ‘alien’ zoals ik hier ook letterlijk de status van ‘alien’ heb.

In de Japanse manier van communiceren staat niet zozeer het praten centraal, alswel het ‘samenzijn’. Dit klinkt klef in onze oren, maar ik heb gemerkt dat het non-verbale communiceren, vaak door midden in een gesprek stil te vallen en rustig samen de koffie te drinken, essentieel is voor het verdere gesprek om deze ‘gaten’ heen. Alles wat wordt gezegd wordt opgenomen door een stille osmose die niet gepaard gaat met een heftig uitwisseling van meningen. Deze osmose is voor mij niet de gewone manier van communiceren, sterker, werd niet eens als communicatie aangemerkt.
Ik ga uit van een fundamenteel onderscheid tussen dat wat ik denk en dat wat anderen denken en heb taal nodig om over de kloof heen te communiceren. Maar na een jaar hier moet ik toegeven dat ook ik door osmose ben veranderd. Dat bleek pas bij een korte terugkeer voor kerst: ik was regelmatig geshockeerd door de omgangsvormen in Nederland en door de verbale agressie…

Ik heb bijna een jaar in een atelier van het Fonds in Japan gewoond en gewerkt. Nu is een jaar kort om de japanse cultuur helemaal in je op te nemen, maar het is lang genoeg om er meer en minder van te begrijpen.
Ondanks aanwijzingen voor een globale cultuur heb ik gemerkt hoe anders het leven ergens anders kan zijn. Op alle gebieden, ook binnen de kunst. Wanneer ik over de ervaringen hier wil praten struikel ik over de dingen die ik moet vertellen om de context te verduidelijken.
Dus wil ik het anders aanpakken. Laat ik details die mij zijn opgevallen beschrijven, en dan kijken welke veranderingen in mijn denken en soms ook werk die het gevolg daarvan zijn. Natuurlijk is het nog vroeg om de impact van dit jaar hier echt te overzien maar door in de tussentijd in NL te zijn teruggeweest ben ik me in ieder geval van sommigen verschuivingen in mij bewust.

[…]

related work: ‘hier lig ik 1992 (NL text) / ‘Oasisme’ 1999 NL text about my stay in Japan) /